De meeste Nederlandse politieke partijen gaan ervan uit dat zowel mannen als vrouwen een zetel moeten kunnen opnemen in ons parlement. Dat lijkt mij vanzelfsprekend en dat vind het CDA ook.
Maar waarom vinden we het dan toch zo normaal dat er veel minder vrouwen dan mannen op de lijsten komen van politieke partijen? Iedereen kán namelijk volksvertegenwoordiger worden, en om tot een afspiegeling van de samenleving te komen zou gewoon de helft uit vrouwen moeten bestaan.
Toch lijkt dit niet vanzelf: van de CDA kandidatenlijst van 2010 waren iets meer dan 1/3e vrouw en dat cijfer is ongeveer hetzelfde als je kijkt naar het aantal vrouwelijke Kamerleden op dit moment. Bij de kabinetsformatie 2 jaar geleden kwamen de vrouwen zelfs niet in the picture, slechts 1/5e van de kabinetsleden was vrouw.
VVD-er en Eurocommissaris Neelie Kroes pleitte destijds voor en gender quotum. Zij zei tegen Premier Rutte: “U wilt toch niet beweren dat er geen kwalitatief hoogstaande vrouwen in Nederland voorhanden zijn?” Rutte dacht daar echter anders over en daarmee was de kous af. Bij het vertrek van Minister Donner, 4 maanden geleden, droeg het CDA een vrouw voor als nieuw kabinetslid waardoor 3 van de 10 CDA bewindslieden nu vrouw zijn, een stijging van wel 10%!
Op dit moment is de partij bezig met de nodige vernieuwing binnen de partij. Komen tot een evenwichtige lijst moet daarin worden meegenomen. Maar hoe bereik je dat?
In het Verenigd Koninkrijk kozen de Liberal Democrats er in 2001 voor om een target te zetten voor de eigen partij. Het target werd 40% vrouwelijke kandidaten. Op de lijsten moest minimaal 40% van de ‘winnende zetels’ worden bezet door vrouwen.
Is dit misschien de oplossing ter voorkoming van kokervisie en het rekruteren binnen het old-boys network? Ik denk van wel. Het is tijd voor een nieuwe frisse wind!
2 Comments