Mijn advies voor de nieuwe Europese Commissie voorzitter – zou hij ernaar vragen – is: streef naar een team dat bestaat uit 50/50 mannen en vrouwen. Op die manier ontstaat er een gebalanceerd team waarin alle kwaliteiten, ook vrouwelijke kwaliteiten, het beste kunnen worden benut. Bovendien kunnen burgers zich dan ook beter in hun leiders herkennen.
Onlangs stemde het Europees Parlement in met een nieuwe richtlijn. Volgens deze wetgeving moet 40% van raden van bestuur bestaan uit vrouwen. Een goede zaak want op dit moment is 83% van alle commissarissen en niet-uitvoerende bestuurders man. Des te opvallender is het nu dat de Commissie geen wetsvoorstel deed voor de samenstelling van de Commissie zelf.
Want ook in de politiek zijn mannen oververtegenwoordigd: het Europees Parlement had bijvoorbeeld tot voor kort 32% vrouwen in haar gelederen en deed het daarmee net ietsje minder goed dan onze Tweede Kamer met 39%. Uit de resultaten van de meest recente Europese verkiezingen blijkt dat het aantal vrouwen licht is gestegen naar 37%. Op lokaal niveau ziet het er veel slechter uit: gemeenteraden bestaan namelijk voor 73% uit mannen.
Quota’s blijken te werken zowel in het bedrijfsleven als in de politiek. De voorbeelden zijn er: kijk maar naar landen als Noorwegen (top van het bedrijfsleven) en België (politiek). Het Belgische voorbeeld is bij ons misschien minder bekend dat dat van Noorwegen, maar is ontzettend effectief gebleken. In 1994 introduceerde België een verplichting van minimaal 33% vrouwen op de kieslijsten. Dat percentage werd uiteindelijk in 2002 opgetrokken tot 50%; mannen en vrouwen moesten nu ook alternerend op de lijsten verschijnen. Niemand heeft het er tegenwoordig nog over, het is met de tijd gewoon normaal geworden.
Juncker moet in zijn komende periode werk maken van een dergelijk streefcijfer voor de samenstelling van de Europese Commissie. Op die manier werkt de wetgeving als stok achter de deur voor de volgende Commissie voorzitter. Maar hij kan er nu al voor zorgen dat zijn Commissie een goede balans heeft tussen vrouwen en mannen.
Want wanneer een leider zich duidelijk committeert voor meer vrouwen in zijn of haar team is dit ook mogelijk, zo blijkt ook uit de inspanningen van vertrekkend Commissie voorzitter Barroso. Zijn commissie bestaat weliswaar niet voor 50 procent uit vrouwen, maar wel voor 1/3e. En een team dat voor minimaal 1/3 bestaat uit mannen of vrouwen blijkt het beste te kunnen halen uit het totaal van kwaliteiten dat aanwezig is in zo’n groep. Barroso vroeg lidstaten destijds ‘verder te kijken dan hun neus lang is’ en toen bleek dat er in de coulissen voldoende ervaren vrouwen staan die geschikt zijn voor dit ambt. Mijn advies aan de nieuwe Commissie voorzitter is om dat ook te doen.
Deze column verscheen op 9 juli in Het Parool en De Limburger